Het is geboren het goddelijk kind,
komt hij er speelt op uw feestschal mijn.
Het is geboren het goddelijk kind,
dat ons al een zoeteer benint.
Ik zie een engel die daar geschwind,
dalend over de groene weiden.
Ik zie een engel die daar geschwind,
bij hun schaapkens de herders vindt.
Het is geboren het goddelijk kind,
komt hij er speelt op uw feestschal mijn.
Het is geboren het goddelijk kind,
dat ons al een zoeteer benint.
Het is geboren het goddelijk kind,
komt hij er speelt op uw feestschal mijn.
Het is geboren het goddelijk kind,
dat ons al een zoeteer benint.
Schrik niet herders, weest welgezind,
laat uw schaapkens in die valleiën.
Schrik niet herders,
weest welgezind,
daar gij eerst uw verlosser vindt.
Het is geboren het goddelijk kind,
komt hij er speelt op uw feestschal mijn.
Het is geboren het goddelijk kind,
dat ons al een zoeteer benint.
Het is geboren het goddelijk kind,
komt hij er speelt op uw feestschal mijn.
Het is geboren het goddelijk kind,
dat ons al een zoeteer benint.
In een stal ligt dat goddelijk kind,
op wat stroom moet zijn ledem spreien.
In een stal ligt dat goddelijk kind,
waar zijn moeder tindoekjes wint.
Het is geboren het goddelijk kind,
komt hij er speelt op uw feestschal mijn.
Het is geboren het goddelijk kind,
dat ons al een zoeteer benint.